Ademwerk: een eeuwenoude praktijk met nieuwe implicaties voor psychiatrische interventies?
Adem is een groeiende belangstelling voor interventies voor geestelijke gezondheid. Ademwerk is een praktijk gebaseerd op gecontroleerde ademhaling, waarvan vele verschillende vormen bestaan, die duizenden jaren teruggaat maar de laatste jaren steeds meer populariteit geniet.
Het verband tussen adem en mentaal welzijn is niet nieuw; de Duitse psychiater Erich Lindemann schreef over adem in de context van rouwverwerking in 1944 toen hij rouw bestudeerde in het Massachusetts General Hospital in Boston. Eén van de kenmerken van rouw die hij waarnam, was 'de duidelijke neiging tot zuchtende ademhaling; deze ademhalingsstoornis viel het meest op toen de patiënt gedwongen werd zijn verdriet te bespreken’.
Ademwerk in de psychiatrie
Toen ademwerk werd onderzocht als een therapeutische strategie voor PTSS werd het aanbevolen als een mogelijke aanvullende interventie. Ademwerk zou tot langdurige vermindering van PTSS-symptomen kunnen leiden, maar deze bevinding is slechts gebaseerd op één onderzoek. Er is meer bekend over ademwerk bij angst en depressie; studies rapporteren consequent een vermindering van met name angstsymptomen als gevolg van deze interventie. In enkele onderzoeken zijn significante effecten van ademwerk op symptomen van depressie gemeld, maar de werkzaamheid ervan is naar verluidt lager dan bij behandeling met elektroconvulsietherapie (ECT). Eerder deze maand publiceerden onderzoekers een grote studie in Nature waarin ademwerk werd onderzocht als een interventie voor geestelijke gezondheid. Ze onthulden een klein tot matig effect van ademwerk op angst- en depressiesymptomen. Hoewel dit veelbelovend is, beschrijven de onderzoekers hun bevindingen als ‘voorlopig’ en waarschuwen ze dat er meer bewijsmateriaal nodig is voordat het als een strategie in de geestelijke gezondheidszorg kan worden geïntegreerd.
Toegankelijkheid
Eén van de grote voordelen van ademwerk zijn de lage kosten, waardoor het een potentiële therapeutische strategie is die beschikbaar zou kunnen zijn voor een veel bredere gemeenschap. Desalniettemin moeten andere aspecten van toegankelijkheid van deze praktijk worden overwogen: niet alleen is deze waarschijnlijk het meest geschikt voor mensen met een bepaald niveau van fysieke fitheid, maar de instructies stellen ook bepaalde cognitieve eisen aan de deelnemers. Ondanks de snel groeiende belangstelling voor ademwerk vereist de implementatie ervan in de psychiatrische zorg zowel aandacht voor toegankelijkheid als meer rigoureus wetenschappelijk onderzoek naar de werking ervan. Het kan daarom niet worden aanbevolen als behandeling in klinische populaties - voor nu.